In De Markten in Brussel loopt de expositie Stijlisstilstand van de van oorsprong Mechelse schilder Stefaan Vermuyten (1959). Dat vergt enige historische toelichting, want Vermuyten is altijd een ietwat ondergesneeuwd figuur in het kunstenlandschap geweest, iets waar hij zelf mede debet aan was.
In de publicatie, Z, die bij de tentoonstelling verschijnt, schrijft dichter en kunsthistoricus Bart Janssen daar uitgebreid over. Begin jaren tachtig, na een onderbroken opleiding als graficus, verhuist Vermuyten van Mechelen naar Antwerpen, waar hij in contact komt met onder meer Luc Tuymans en Bert De Beul. Die vinden zijn werk, “objecten en tekeningen, onmiddellijk fascinerend”. Het was vooral zijn extreme vorm van humor, zijn sterk ontwikkelde zin voor ironie, die Tuymans en De Beul aantrok.
Vermuyten zou door Tuymans geïntroduceerd worden bij twee galeries, Ruimte Morguen en nadien Zeno X. In Ruimte Morguen stelde hij verschillende keren tentoon (Tuymans had er twee exposities, voor hij naar Zeno X vertrok), in Zeno X exposeerde Vermuyten één keer, in 1990. Kort daarna zou hij met het hele kunstcircuit kappen en een aantal jaren zelfs als pianostemmer gaan werken. “Vooral het geaffecteerde, schijnheilige kunstwereldje stak hem tegen”, aldus Janssen. Vermuyten zou vanaf 2004 opgepikt worden door Galerie De Ziener in Asse, waar hij sindsdien al vijf keer een solotentoonstelling had. “Met haar eclecticisme en kleinschaligheid blijkt galerie De Ziener [van Jan De Smedt, mr] voor Stefaan Vermuyten de gepaste omgeving voor zijn zeer verscheiden en diffuse, onaangepaste schilderwerk.”
En dat zijn de ruimtes van De Markten aan de Oude Graanmarkt in Brussel ook. Ze vormen een perfecte onthaalplek voor het morsige, vuile, soms kleurrijke, grappige en vaak hilarische schilder- en tekenwerk van de kunstenaar. Hij is ongeduldig en recalcitrant – ‘stijl is stilstand’ is een van zijn adagio’s. In zijn werk duiken de meest uiteenlopende onderwerpen en artistieke confrontaties op. Recensente Indra Devriendt stelde in HART (2007): “Hij zoekt naar nieuwe benaderingswijzen en creëert zo een combinatie van stijlen.”
En je kan er niet om heen: de schilder bij wie hij het sterkst aanleunt is ontegensprekelijk Walter Swennen. Een gelijkaardige manier om de zaken op hun kop te zetten, om te relativeren, met de glim- en grimlach. Kijk naar werken als Belgian Congo, Minimal Comic en Short Story.
Omdat Vermuyten zijn hele leven met serieuze oogproblemen te kampen heeft kan hij enkel op klein formaat werken, maar dat hindert niet, integendeel. Overigens wil ik dit nog corrigeren: ik heb Stefaan Vermuyten nooit tot de ‘Antwerpse grijze school’ gerekend, zoals Janssen het in zijn tekst stelt, omdat Vermuytens werk van een heel andere orde was en is. Het heeft niks te maken met de “herinterpretatie van bestaande beelden” of “vaalheid, verlatenheid en/of ontmenselijking”. Aan zijn werk is een hoek af, de tentoonstelling in De Markten mag niet onder de radar blijven, ze is belangrijk voor wat er sinds de jaren tachtig in de Vlaams/Belgische schilderkunst gebeurd is. Drie trefwoorden: originaliteit, eigenzinnigheid, ironie.
Overigens, laatste citaat uit Janssens tekst: “Uit de getuigenissen van zijn vroegere en huidige compagnons de route mag niet afgeleid worden dat Stefaan Vermuyten ondertussen geheel onbekommerd in het leven staat. Daarvoor zitten zekere angsten te diep en is zijn sensibiliteit voor onrecht in zijn eigen bestaan en in bepaalde sociale toestanden te groot.” Zoals we het zelf ooit omschreven: in het werk van Vermuyten schuilt onmiskenbaar een sfeer van tristesse.