Johan Clarysse schildert eigenlijk sluiks, en dat is niet slecht bedoeld. Hij vermijdt transparantie en duidelijkheid, stopt altijd net voor het puur figuratieve en realistische, gebruikt vale kleuren die een fraaie esthetiek vermijden, legt dubbele bodems in de mogelijke interpretaties. Daarmee lijkt het alsof zijn werk soms niet helemaal af is, dat het ook een zeker amateurisme in zich draagt, met niet echt afgewerkte verfpartijen, maar niets is wat het lijkt. Clarysse remt bewust af, hij laat het aan de toeschouwer over om de rest van het verhaal en het beeld in te vullen.
‘Suspicious’ werk dus, en dat is ook een stuk van de naam van de reeks schilderijen die nu te zien zijn bij s. & h. de buck in Gent. ‘Suspicious meetings’ heet het dit keer, na eerdere reeksen als ‘Suspicious portraits’ en ‘Suspicious landscapes’.
De grotere en kleinere schilderijen die Clarysse presenteert draaien dus om meetings met een hoekje aan. Ze tonen mannen en vrouwen die in diverse constellaties elkaar ontmoeten. Sprekend is een werk waarin mannen rond een tafel zitten en lijken te vergaderen: Clarysse trok een aantal lijnen tussen gezicht of mond van de ene naar de andere man, alsof hij de ‘communicatielijnen’ wil visualiseren. Dat doet hij wel meer: het inbrengen van vreemde elementen, die het puur figuratieve willen doorbreken. Ook teksten schildert hij op het werk, maar al veel minder dan vroeger, en ook die zorgen voor een unheimliche sfeer, zoals in het doek waarin een volwassen man op een kinderslee zit in een sneeuwlandschap, met de woorden ‘I need another world’ erop. Daar kan je dus alle kanten mee uit. Het gegeven dat Clarysse ook filosofie gestudeerd heeft en zich dus vragen stelt over zin en onzin van betekenisgeving in woord en beeld is hier wellicht niet vreemd aan.
En zo bekijk je dus een reeks enigma’s: een vrouw, liggend op bed, waarvan je je afvraagt wat hier de ‘meeting’ is: wachtend op een partner of een klant? Een beeld van rijen doodskisten, met frontaal een vrouw die heur haren schikt in een handspiegel. Beelden van mannen en vrouwen, van dansante meisjes, beelden die soms lijken te verwijzen naar klassieke film stills, iets wat hij in vroeger werk regelmatig deed, “maar dit keer minder”, zegt de kunstenaar zelf. Zoals hij ook de tekstinbreng verminderde en duidelijk stelt dat de corona-crisis niéts met dit nieuwe werk te maken heeft. “Ik wil geen systeem opbouwen” zegt hij, en in de perstekst: “Ik wil met eenvoudige middelen een complexe mentale en emotionele ruimte creëren. Ik voel een aantal zaken aan en laat dat verstillen in een beeld. Door ze te schilderen worden ze geïntensifieerd, maar ook ik vraag gesteld en tegengesproken.”
Het werk van een andere kunstenaar, Willy Vinck, dat met dat van Clarysse in de galerie getoond wordt, is daar een mooie antipode van. W.V., zoals hij zichzelf noemt in zijn regelmatige maandagmails naar een inner circle van kunstliefhebbers, maakt no nonsense poëtische teksten met foto’s die hij zelf maakt, afdrukt en inkadert, en die ook dat unheimliche in zich hebben. W.V. maakt beelden in een zacht strijklicht, vaak gepaard met een afstandelijke tederheid.