In de tentoonstelling Death Fan bij KM21 in Den Haag stapt Tala Madani uit de vaagheid van de heersende angstcultuur en confronteert het publiek met de ongrijpbare spanning waarin we leven. Madani, geboren in Teheran, Iran en wonend in Los Angeles, deed na haar afstuderen aan de Yale University School of Art in New York in 2007 een residentie bij de Rijksacademie in Amsterdam. De tentoonstelling, gecureerd door Yasmijn Jarram, is de eerste grote solotentoonstelling van Madani in Nederland. Andrea Koll ging kijken.
Terwijl mijn tram aankomt bij de halte aan het KM21 doemen de grote posters op die de tentoonstelling aankondigen. Het gigantische beeld van een kind in de baarmoeder met een wapen in diens net ontwikkelde handjes vangt niet alleen mijn aandacht maar ook die van de trambegeleiders. Samen vragen ze zich af wat de kunstenaar hier nu mee kan bedoelen, en het duurt niet lang voor de schietpartijen in de VS worden genoemd. Jonge mensen beschikken over dodelijke wapens in een klimaat waar angst en politieke onrust steeds dominanter heerst. Overal hangt gevaar en spanning in de lucht onderhevig aan dubieuze machtsstructuren.
In Death Fan wordt je bij binnenkomst in de tentoonstellingsruimte door deze spanning bevangen. De grote schilderwerken in pastelkleuren en opvallende contrasten maken aanvankelijk een lichtzinnige en vloeiende indruk op mij. Als ik blijf staan komen de gevaartes van geschilderde ventilatoren al vlug op me af. Zacht als lucht geschilderd, maar met de scherpe messen van de ventilator die contrasteren in vorm en kleur. Ik bedenk me hoe vaak ik me, onoplettend, ergens veilig heb gevoeld met vlak boven mijn hoofd grote messen die de lucht doorklieven. Met deze schilderijen (Climate Control I, Climate control V en Climate Control II, 2022) doet Tala Madani geraffineerd wat ze doorheen al haar werk doet; in een herkenbare beeldtaal licht ze de vaak ongeziene gevaren van onze wereld uit. Het gevoel van politieke en klimatologische dreiging is op sluwe maar onomwonden wijze mijn lichaam ingeslopen.
Van de eerste ruimte loop ik naar de tweede die gevuld is met bewegend beeld. Naast schilderijen maakt ze ook animaties, met dezelfde vingervlugheid. In haar bewegende beelden speelt ze met een voortdurend doorgaande herhaling, om bijvoorbeeld het patriarchale systeem en diens immer aanhoudende en verwoestende beweging te benadrukken. In het werk Fan (2020) zien we hoe een mannelijk figuur zijn eigen ondergang creëert uit angst voor de ondergang aan een systeem. Op schetsmatige en cartooneske wijze toont ze het effect van de media en onze reactie daar weer op. Dat deze animatie eindeloos afspeelt in loops is een humoristische vinger op de zere plek.
In de andere videowerken komt het nieuwe terrein binnen het werk van Madani naar voren: de vrouw. En specifiek het gebied van het moederschap krijgt nu ook in haar oeuvre de ruimte. In haar eerdere werk onderzocht Madani voornamelijk de vooroordelen en stereotypen van de mannelijke identiteit. In die werken bevraagt ze de machtsstructuren gedomineerd door het mannelijke perspectief en toont met humor de valkuilen van de patriarchale arrogantie.
Met haar vrouwenfiguren onderzoekt Madani waaruit de figuur van de moeder is opgebouwd. In het willen afbeelden van moeder en kind werd ze geconfronteerd met haar eigen stereotypering over hoe dat beeld eruitziet, vertelt curator Yasmijn Jarram me tijdens een korte rondleiding. De geïdealiseerde moeder met kind binnen een maatschappelijk én kunsthistorisch kader kent dezelfde pijnlijke wrijving die Madani in haar werk steeds onderzoekt; hoe stappen we weg van dit idealistische en stereotyperende, patriarchale beeld en kunnen we naar de, soms lelijke of zelfs vieze, realiteit kijken?
Door het uit frustratie wegvegen van haar oorspronkelijk zelfgeschilderde ‘perfecte’ moeders stootte ze op een voor haar passender beeld: ‘Shit moms’. De moeder opgebouwd uit vegen, uit het abjecte; uitwerpselen, maar ook het meest basaal menselijke. De shit mom laat haar sporen in de maatschappij na, en ook in die minst ideale vorm van onszelf mogen we volgens Madani gezien worden. Weer schuwt ze de weerzin niet, maar benadert die met radicaal medeleven en nieuwsgierigheid om de shittiness van het leven tentoon te stellen.
Speciaal voor Death Fan maakte Madani de reeks Concrete Suicide (2022): twaalf schilderijen die in de derde en laatste ruimte van de tentoonstelling hangen. Met uitzicht op de helderblauwe lucht van Den Haag word ik geconfronteerd met brute scènes van zelfmoord. Van het liminale moment van vertwijfeling, de schaduw van iemand die net over de grens kijkt tot het felle bloed dat getuigt van een besluit. Madani toont meedogenloos alles wat ze in het ongrijpbare kan vinden.