In de zijruimte van KIOSK loopt gelijktijdig met Anne Duk Hee Jordans Making Kin 3.0 een solo van Jakob Van den Broucke: Learning how to swim + reading a treatise on swimming = ? Een fijnmazig spel op een cultuur van zelfhulpboeken en doehetzelven en protocollen. En in tegenstelling tot de pretentie van zulke letterlijke adviezen en volglijnen, kent deze tentoonstelling geen duidelijk devies, maar lijkt ze eerder de vrucht van een enorm plezier in experiment.
Vanuit de eetkamer kreeg ik complimenten toegeworpen op het eten, ik stond de laatste puntjes op de i te koken. Aan tafel vertelde een van mijn gasten dat hij altijd kookte uit kookboeken, als hij al kookte. Als fervent boekenverzamelaar is juist dat type boek vrijwel de enige ontbrekende in mijn collectie. Ik heb leren koken door het te doen, vertelde ik, en gelukkig beleef ik daar plezier in. Vervolgens ging het over lezen, want daar zijn boeken immers voor. Een andere gast raadde ons een boek aan over ‘manieren van leven’. Geen zelfhulpboek, wel een opsommend inzicht in de verscheidenheid van redenen en motieven waarom mensen dingen doen: geld, ambitie, geluk, liefde, passie, nieuwsgierigheid. Als ik iets zou moeten kiezen, zou het dat laatste zijn. Maar mijn nieuwsgierigheid kent een blinde vlek, mogelijk ingegeven door allergie of afkeer: boeken die aan de hand van adviezen meer gezondheid, geluk en harmonie beloven. Zelfhulpboeken.
In KIOSK in Gent loopt in de kleine, aparte ruimte een tentoonstelling van Jakob Van den Broucke: Learning how to swim + reading a treatise on swimming = ? Een ietwat enigmatische titel die volgens de begeleidende tekst afgeleid is van een idee van Martin Heidegger, dat je niet leert zwemmen door er een verhandeling over te lezen, maar door het te doen. Onze tijd grossiert in zelfhulpboeken en youtubetutorials, maar zetten we onze poten nog weleens in de klei, of hoe zeg je dat: durven we nog wel iets nieuws te leren door er gewoon aan te beginnen?
Van den Broucke is een autodidact en een intensieve doe-het-zelver. Tenminste, dat maak ik op uit een interview met de kunstenaar door Simon Delobel en Els Roelandt. Na verschillende universitaire opleidingen merkte hij tijdens zijn afstudeerscriptie dat de academische taal eigenlijk niks voor hem was. ‘Toen ik me dit realiseerde, maakte ik een crisis door waaruit een artistieke praktijk is voortgekomen.’ Maar hoe wordt je kunstenaar zonder kunstopleiding? Door bijvoorbeeld elke dag de Witte Raaf te lezen.
Momenteel, vertelt Van den Broucke in hetzelfde interview, leest hij ’s ochtends De Witte Raaf en stapt hij ’s middags over op zelfhulpboeken. Uit de letters van theoretische verhandelingen over kunst ontstaat allicht geen kunstenaar, maar de zelfhulpboeken die hij ’s middags leest zijn de materie waaruit zijn werk ontstaat. Een interesse, en een voor de hand liggende bovendien, gezien zijn achtergrond als autodidact. Maar ook een fenomeen dat kraakt van de ambiguïteit, want zoals de titel al voorspelt is het resultaat van de optelsom van leren en lezen een vraagteken.
Op de grond liggen proppen papier. Stiekem vouw ik er een paar open om te zien wat erop staat, later lees ik dat dit juist de bedoeling is. Ondertussen ben ik vergeten wat erop stond, op een foto die ik van een van de proppen nam kan ik nog de naam van Georges Perec ontwaren. How we did it heten de zeventien protocollen die verfrommeld over de vloer verspreid liggen.
Bij de tentoonstelling hoort een tweetal posters. Op één daarvan, getiteld artist at work, is waarschijnlijk de kunstenaar zelf te zien. Liggend op een strandstoel aan de rand van een zwembad met een halve fles Campari naast zich, houdt hij een boek voor z’n gezicht. De titel leest Georges Perec, een gebruiksaanwijzing, van Manet van Montfrans. In plaats Perec te lezen, verdiept de kunstenaar zich met een omweg in het oeuvre van de auteur. Maar nog tekenender voor de algemene indruk die in KIOSK ontstaat is de poster de kunstenaar als consument van extreem comfort, waarop de kunstenaar tussen het hoge gras in een hangmat Het leven een gebruiksaanwijzing leest. Nu wel een boek van Perec. Naast de hangmat staat een bijzettafeltje met een appel en een fles van wat lijkt op vruchtenlikeur.
Van den Broucke leert van zijn eigen werk. Zo staat er bijvoorbeeld ook een glazen compostbak, als onderdeel van de installatie Van het één komt het ander. De kennis die hij daarvoor opdeed maakt dat hij inmiddels ook in zijn dagelijkse leven composteert. En naast composteren, leer ik uit het interview, leerde hij naaien omdat hij een werk wilde maken dat genaaid moest worden. Dat is een houding die ik eigenlijk best veel om mij heen zie. In plaats van een bepaalde kunde of gilde te leren omwille van zichzelf, de kennis doelgericht en pragmatisch toe-eigenen ten dienste van bijvoorbeeld het maken van een kunstwerk. ‘Vaak leer ik dingen’, zegt Van den Broucke, ‘omdat ik eerst een idee heb om iets te maken en dan wordt het onderdeel van mijn dagelijks leven.’ Hij werkt met omwegen.
Op het eerste gezicht kan het lijken alsof Van den Brouckes werk eenduidig is, omdat het ogenschijnlijk alledaags is en toegankelijk aanvoelt: studentikoze krabbeltjes op papier, fotocollages, gelezen boeken, een hamer. Maar die laagdrempeligheid belemmert geen veelzijdigheid, juist niet. Met humor die niet platslaat in gemak, is er in de bescheiden ruimte een veelvoud aan werken te zien, variërend van gebakken cake, collages en foto’s, tot tekeningen, stapels zelfhulpboeken met een hamer erop, en opgeschreven overpeinzingen. Van den Broucke neemt een loopje, zowel met de kunstenaar als archetype als het idee van een gebruiksaanwijzing, eigenlijk voor om het even wat.
Op de voor- of achterkant van de begeleidende flyer staan een kleine twintig varianten op de titel, zoals ‘Learning how to do it + reading a treatise on doing it = ?’ Of: ‘Learning how to entangle form and content + reading a treatise on art = ?’ Dat vraagteken is de precieze uitkomst van Learning how to swim: een kleine tentoonstelling die zichzelf juist niet volledig prijsgeeft als je de betekenis ervan nauwgezet wilt opschrijven. De glimlach die zijn werk oproept ontstaat uit tegenstellingen die je direct begrijpt maar niet precies kunt duiden.
Op de andere kant van het begeleidende A4’tje staat een plattegrond met een legenda van de werken die je aantreft. Ik vind niet alle werken terug en de A4’tjes vol gedachtekronkels getiteld Dagelijks werk worden ook telkens aangegeven als onderdeel van andere installaties, alsof hij wil zeggen dat het denken in de techniek vervat zit. De flyer is een gebruiksaanwijzing, alleen leer je de werken niet bekijken met behulp van de plattegrond, maar met je ogen. Learning how to swim gaat over veel meer dan adviezen, zelfhulpboeken of protocollen. Met omdraaiingen, stapelingen, uitsneden, en weglatingen associeert het in verschillende media over dingen die moeten gebeuren, over consequenties, leren, twijfels. Eigenlijk over bijna alle worstelingen waar we dagelijks mee moeten omgaan.