In de mooie galerie Whitehouse in Lovenjoel bij Leuven, gelegen in een prachtige groene site, stellen vier schilders tentoon. En kijk, het zijn drie vrouwen en één man, dat zie je niet veel.
Laat ons beginnen bij de Roemeense, in België wonende en werkende Simona Mihaela Stoia (1982). Zij toont kleurrijke, abstraherende en dynamische doeken die doen denken aan wat de vooral Duitse Neue Wilde (Elvira Bach, Middendorf, Dokoupil, Fetting en co) in de jaren tachtig deden. Exuberant en expressief. Daar leunt het werk van Tatjana Gerhard (1974) wat tegenaan: zij is bekend om haar heel eigen stijl waarin ze de menselijke figuur schildert en tegelijk deconstrueert, met reminiscenties naar het kubisme, het surrealisme, Ensor en anderen. Het zijn sterk mentale portretten, waarbij de kijker als het ware in het hoofd van de geportretteerde gezogen wordt en getuige wordt van allerlei, wellicht meestal niet zo prettige, fantasieën.
Sarah De Vos (1985) was, naast Jan Van Imschoot en Mamma Andersson, een van mijn favorieten op de Biënnale van de Schilderkunst, die nog tot 18 oktober loopt in drie Leie-musea. In Whitehouse Gallery toont ze een tiental recente tot nieuwe werken, dit keer geen werk achter glas, maar olieverf op houten panelen, waarop ze een laag epoxyhars giet die zorgt voor een bevreemdend waas en een glanzende reflectie. Op één werkje laat ze de epoxy achterwege: een zelfportret met mondmasker, precieus geschilderd. Elders hangt een tafereel van een gordijn, een hommage aan de beroemde gordijn-foto van Dirk Braeckman. Er zijn ook ’12 weeks challenge’, of hoe een buik er kan uitzien na 12 weken work-out, en ‘Flash’, een fotoschilderij gemaakt met een i-Phone: het knappe is dat die beelden, door het gebruik van de epoxyhars, lijken te bewegen en vervolgens te verdwijnen.
De vierde in het rijtje is Stijn Bastianen (1987). Hij schildert grimmig-vrolijke karikaturen van iconische beelden uit de wereld van media, cartoons en kunstgeschiedenis, waarmee hij een nieuw, eigen en fantastisch verhaal opbouwt en waarin je verwijzingen naar pop art, het werk van Philip Guston, George Grosz en vele andere ironiserende kunstenaars herkent.
In de Project Space van Whitehouse Gallery is ook nog mooi grafisch werk te zien van Haleh Redjaian (1971): ze onderzoekt de grafische mogelijkheden van lijnen, letters en tekst. Soms werkt ze met een wit, Perzisch tapijtje als drager, waarop ze dan lijnen print, tekent of weeft, wat een geometrisch abstract werkje oplevert, maar wel met een sterk organisch effect, wat van neo-geo meestal niet kan gezegd worden.