In galerie Emergent in Veurne lopen momenteel vier solo’s. Vier Solo’s brengt werken van Nicolas Deshayes, Stephanie Lamoline, Joost Pauwaert en Sarah De Vos. Kunstenaars die niets met elkaar te maken hebben en elk hun eigen verhaal vertellen. Marc Ruyters bezocht het prachtige pand aan de mooiste Grote Markt van België.
Galerie Emergent in Veurne is, ook al moet je er nogal wat kilometers voor rijden, een toffe plek. De tentoonstellingen zijn er altijd goed doordacht en gedocumenteerd, en op een van de mooiste Grote Markten van België bevindt zich ook een fraai horeca-aanbod, met onder meer een café waar ze de meest exquise whisky’s in voorraad hebben.
Maar over naar de beeldende kunst. Momenteel biedt Emergent, financieel gesteund door enkele verzamelaars en ondernemingen, vier solo’s van kunstenaars die niets met elkaar te maken hebben en elk hun eigen verhaal vertellen. Dat gebeurt dan ook in evenveel afgescheiden ruimtes op het gelijkvloers, de eerste en tweede etage van dit prachtige pand.
Een van de vier is Nicolas Deshayes, geboren in Frankrijk, maar opgegroeid in Ierland en Engeland en nu wonende in Dover. Deshayes raakte geïntrigeerd door de ‘waterspuwers’ of ‘gargouilles’, waarmee eeuwen geleden het regenwater dat op kerken en kathedralen viel afgevoerd werd. In Emergent toont hij daar uitvoeringen in brons, piepschuim en aluminium van, want zijn artistieke praktijk draait rond een mengeling van ‘kunst’ en industriële massaproductie. Interessant is zijn omgaan met ‘versteend water’, taferelen die hij eerst in klei maakte en vervolgens afwerkte met geëxpandeerd schuim, gefixeerd in gegoten aluminium, die je ‘materiële tekeningen’ kan noemen. Toeval: ook een waterpomp op de Grote Markt van Veurne heeft een motief van ’versteend water’.
Heel interessant is het fotowerk van Stephanie Lamoline. Toen ze na het overlijden van haar vader naar het ouderlijke huis terugkeerde, trof ze er een doos aan met 36 polaroids. Die had haar vader, een ingenieur (die denk ik bij de spoorwegen werkte, gelet op de beelden) bijgehouden, om welke banale reden dan ook. Lamoline werd door die banaliteit getroffen en baseerde er haar eigen kunstpraktijk op, met foto’s die nietszeggend lijken, maar wel treffen. Dat combineerde ze met even banale objecten uit het ouderlijke huis, die in Emergent ook opgesteld werden, samen met een vitrinekast met de polaroids. Daar speelt ze op een subtiele manier mee, waarbij ‘nietszeggend’ een betekenis krijgt en waarbij het thema ‘hand’ een rol speelt. Dat zie je ook in haar boek Quatre Mains / Zonder Handen dat ter inzage ligt. Lamoline zoekt naar sporen en verbindingen, zonder uitleg, waarbij ze het alledaagse een nieuwe spanning meegeeft.
Joost Pauwaert creëerde één werk, maar wat voor een: Het Vliegende Aambeeld zou een titel uit een Suske en Wiske-strip kunnen zijn, maar het is een monumentaal werk, gebaseerd op de overlevering uit het zogenaamde Wilde Westen. Bij feestelijkheden werd de boel niet alleen opgevrolijkt met geweerschoten en vuurwerk, maar ook met het schieten van aambeelden: met de hulp van buskruit werden aambeelden wel tweehonderd meter de lucht ingeschoten. Ik had er nog nooit van gehoord, maar op internet vind je inderdaad een massa beelden van deze ‘sport’.
Joost Pauwaert liet zich ook inspireren door de Nazi’s en hun lanceerplatformen voor de V1- en V2-bommen waarmee ze de geallieerden bestookten: hij plaatste een aambeeld op een schietbaan van wel tien meter, die via een openstaand raam op de bovenste etage uitgeeft op de Markt van Veurne. Het levert een even humoristisch als dreigend beeld op, waarbij de argeloze Veurnese Markt-bezoeker zomaar met een aambeeld gebombardeerd kan worden.
Last but not least zijn er de schilderijen van Sarah De Vos. Zij staat de jongste tijd in de belangstelling, vooral haar prominente deelname aan de Biënnale van de Schilderkunst, vorige zomer in Mudel Deinze, viel op. In Emergent toont ze een reeks van acht schilderijen, Tutorial: het zijn grote close ups van het oog van een vrouw die zich opmaakt. De Vos inspireerde zich daarvoor op een YouTube-filmpje dat leert hoe je een oog moet schminken. Door de reeks van acht zie je hoe dat vordert, van een naturel tot een zwaar opgemaakt oog. Ik vind dit niet het sterkste werk van Sarah De Vos, het is me iets te anekdotisch. Maar ze antwoordt met enkele gloednieuwe werken in de belendende ruimte: ze schilderde er onder meer een Kleine Vos op de muur, een vlinder dus, toont ook het iets oudere Mirror, een spiegelbeeld in epoxy op aluminium en het nieuwe werk Metamorphosis, olie op hout, waarin een onzichtbaar personage een T-shirt in een broek probeert te friemelen. Mode, film en internet zijn belangrijke isnpiratiebronnen voor Sarah De Vos. Maar ze maakt er, in tegenstelling tot nogal wat andere jonge schilders, geen ‘kinderkamerbeelden’ van, maar beelden met een subtiel hoekje af.