Anders dan de andere tentoonstellingen over Vivian Maier die de laatste jaren in de buurt te zien waren (Sint-Pietersabdij te Gent; FOAM te Amsterdam), wordt in Het zelfportret en zijn dubbel in Bozar het bekende verhaal van de toevallige ontdekking van haar foto’s en de zoektocht naar haar identiteit slechts zijdelings verteld. In plaats daarvan staat haar eigen portret centraal, onderverdeeld in de categorieën schaduw, reflectie en spiegel. Sander Bortier ging kijken.
Wat Bozar doet is een uitstekend voorbeeld van hoe het oeuvre dat in 2007 werd ontdekt op een publieke veiling en in 2009 met Maiers overlijden werd afgesloten, vandaag nog steeds in ontwikkeling is. De etappes zijn daarbij even interessant als zorgvuldig georganiseerd, met vanaf 2011 tentoonstellingen in samenwerking met gerenommeerde galeries, en de documentaire Finding Vivian Maier in 2013 – geschreven, geregisseerd en ingesproken door de vinder van de foto’s. Tegelijkertijd loopt in Engeland nu de eerste Britse solotentoonstelling – in totaal de vierde in Europa dit jaar.
Af en toe gebeurt er iets in het ontsluitingsplan dat niet was ingecalculeerd. Joan Fontcuberta wist twee jaar geleden bijvoorbeeld te vertellen dat hij de maker was van het concept Vivian Maier; de verzinner van de hele mythe en het narratief van de Mary Poppins-achtige clandestiene artieste. ‘Het project zegt ook hoeveel we houden van een goed verhaal. En hoe onkritisch we daar soms tegenover staan,’ zei Max Pinckers in De Tijd. En hoewel voorbeelden van zo’n fictieve kunstenaar legio zijn (denk aan George Eliot, Carmen Mola of, nu ja, Banksy en Mr. Brainwash) en de kans dat het hier over een gelijkaardig scenario gaat dan weer klein is, toont het wel aan hoe maakbaar de notie van een oeuvre is.
Nog geen twee procent van de foto’s die Maier tijdens haar leven maakte werd gedrukt. De ontwikkelde negatieven worden nu beetje bij beetje verspreid – zo werden die in Bozar pas in 2017 geprint. Maar in Nelson Goodmans onderscheid tussen ‘allografische’ en ‘autografische’ kunst zouden fotografische reproducties als deze het eerste zijn, en doen de kopieën of versies geen afbreuk aan de autonomie of identiteit van de werken. Dat ze hier bijdragen tot de identiteitsschepping van de maker, is net interessant. Zoals staat te lezen in de eerste zaal: ‘De som van de zelfportretten wordt voor Vivian Maier de configuratie van haar identiteit.’
Want buiten de foto’s zelf is er weinig om het narratief te creëren, behalve de getuigenissen van de kinderen waarop Maier als nanny paste. Zij komen uitgebreid aan het woord in Finding Vivian Maier, en dragen in grote mate bij tot de constructie van haar persona. Maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld Diane Arbus, met wie Maier wel eens in één adem wordt uitgesproken, zijn er geen eigentijdse reflecties en interpretaties van iemand als Susan Sontag. De tentoonstelling in Bozar laat de foto’s zelf spreken, als belangrijkste getuige van de persoon achter de camera.
Maar niet zonder context. De titel van de tentoonstelling lijkt te verwijzen naar Werner Spies’ publicatie Max Ernst. L’Artiste et son Double, waarin hij aan de hand van Ernsts alter ego ‘Loplop’ de noodzakelijke ‘mutaties’ van de kunstenaar in vraag stelde; en Antonin Artaud, die in zijn Le Théâtre et son Double een pleidooi verzamelde voor expressie, wreedheid en een taal die moet leiden tot het inzien van de oneerlijkheid van de wereld. Het doet denken aan hoe Maiers oppaskinderen haar herinneren aan haar enerzijds humoristische en zorgzame, anderzijds wrede kant – zo nam ze hen bijvoorbeeld mee naar slachthuizen of plaatsen delict. Zo lijkt dubbel ook meer dan één betekenis te hebben.
De anekdotes worden in Bozar niet verteld, maar ze zijn gekend. Meer dan één bezoeker zal wel geprobeerd hebben om er iets van te herkennen in haar stoïcijnse blik. Die laat Bozar echter niet meteen zien: de tentoonstelling is opgebouwd in een ritme van ontluiking, vertrekkend van foto’s van haar schaduw, over die van reflecties naar scherpe zelfportretten in spiegels. De laatste ruimte toont twee van haar honderden 8mm-films en een tv-monitor met daarop een idee van de kwantiteit van het oeuvre.
Weten we na het zien van de tentoonstelling meer over Maier? Dat niet. Maar het was geen verwachting, en de nieuwsgierigheid draagt bij tot het enigma. Eerder onthouden we de pogingen om een persoon te scheppen aan de hand van zelfportretten, of hoe iemand zichzelf in beeld bracht. Dat is geen unicum, denk bijvoorbeeld aan de tentoonstelling van de zelfportretten van Van Gogh die net afliep in Courtauld Gallery in Londen. Maar in het geval van Van Gogh is het door zijn brieven te reconstrueren wat hij deed en hoe hij zich voelde, quasi dag tot dag. Bij Vivian Maier resteren enkel de beelden. En het mysterie.