In het Cultuurcentrum Mechelen is momenteel een fototentoonstelling met vier Cubaanse en vier Europese kunstenaars te zien onder de titel Where Are You From?. De tentoonstelling vertrekt vanuit de complexe realiteit van Cuba, tegen een achtergrond van een turbulente geschiedenis. Met fotografen als de Belgische Bert Danckaert en Charlotte Lybeer, en de Cubaanse Ossian Raggi González, is de tentoonstelling het resultaat van een samenwerkingsproject, waarin de fotografische interpretaties van vier lokale kunstenaars tegenover die van vier uit Europa zijn geplaatst. De tentoonstelling is samengesteld door Joachim Naudts, momenteel artistiek leider van Kunsthal Extra City in Antwerpen.
In 2019 vierde Cuba de zestigste verjaardag van de revolutie. In 1959 verjaagden Fidel Castro en Ché Guevara dictator Batista en ging het land een ‘utopische toekomst’ tegemoet. Maar terecht gekomen tussen hamer en aambeeld van Sovjetcommunisme en het Amerikaanse embargo werd Cuba gedwongen tot overleven en bleef het principieel vasthouden aan de socialistische waarden van de revolutie.
Tegen deze achtergrond werd een uitgebreid fotografieproject opgezet met vier Cubaanse en vier Europese kunstenaars. Met de actuele realiteit van het eiland als uitgangspunt ontwikkelden ze elk een project, wat samen een genuanceerd beeld geeft van de complexiteit van het land. De acht projecten plaatsen de fotografische interpretaties van vier lokale kunstenaars tegenover die van vier uit Europa, die tijdens verschillende intensieve werkreizen hun werk maakten. Het project vertrekt van ‘erfgoed’ in de meest brede zin van het woord en richt de blik op het verleden, heden én toekomst van Cuba.
In de tentoonstellingszalen van het CC Mechelen staan acht opstellingen, voor elke kunstenaar één, die een ongelooflijk genuanceerd beeld opleveren van Cuba, in al zijn facetten. Na de presentatie in Mechelen reist de tentoonstelling door naar het Nationaal Museum voor Schone Kunsten in Havana.
In de grootste zaal hangt het werk van Charlotte Lybeer, die portretten maakte van Cubaanse jongens en meisjes, vaak met een – al dan niet namaak – T-shirt aan met de grote merknamen van over de hele wereld. Haar werk onderstreept dat de oprukkende commercie ook in hedendaags Cuba niet te vermijden is. Intrigerend is het werk van Liudmila & Nelson (Cuba): je ziet historische beelden uit stad en land, waar de gezichten van de personages onder vlakjes verborgen worden en bijhorende grafieken de ontwikkelingsgraad van het land meegeven, in vergelijking met andere landen. Dat gaat over jonge schoenpoetsers versus de sterftecijfers voor kinderen, het personeel van een ziekenhuis versus de gezondheidsindex, een auto-ongeluk versus de Covid-doden. Linet Sánchez toont foto’s en trage video’s van maquettes van architecturale constructies die een sterk huis clos-gevoel oproepen. Verbergen ze of beschermen ze iets?
In een kleinere ruimte prijkt de alomvattende installatie van Ulla Deventer (Duitsland), die met foto’s, film, tekeningen en objecten een beklijvende ervaring oproept rond vrouwen en machismo, in het kader van de precaire economische situatie in Cuba.
In de tweede grote zaal toont Bert Danckaert zijn fotowerk: hij is bekend voor zijn fotografische speurtochten over de hele wereld, waarin hij op strakke wijze ruimtes, straten, gevels en dies meer toont zonder enig spoor van menselijke aanwezigheid. En toch is de mens aanwezig in zijn afwezigheid. De voorbije jaren fotografeerde Danckaert talloze beelden van oude, vergane en gesloten bioscopen in Havana, een stad die ooit meer bioscopen telde dan Parijs of New York. Dit keer zijn er wel sporen van mensen, als achteloze voorbijgangers van zoveel vergane glorie. Vooral het beeld van cinema Karl Marx treft. In dezelfde zaal toont Ricardo G. Elias redelijk onthutsende zwart-witbeelden van de grootste vergane industrie in Cuba, de rietsuiker-business – verval, roest, vervuiling.
Simon Roberts (Verenigd Koninkrijk) toont een video op twee schermen, waarin hij de oppositie toont tussen Fidel Castro die een totaal atheïsme voorstaat (we zien en horen een aantal bevlogen toespraken), en het Cubaanse volk dat zich overlevert aan de meest obscure religieuze praktijken, gaande van borelingen die met kippenbloed besprenkeld worden, tot allerlei voodoo-rituelen.
In een andere ruimte toont Roberts ook somptueuze beelden van de vele kerken en kathedralen in Cuba. In diezelfde verduisterde ruimte zijn Cubaanse nachtbeelden te zien van Ossain Raggi González, de meest ‘traditionele’ foto’s in Where Are You From?. Maar hij legt wel de vinger op de juiste plek in een gesprek tussen hem en Bert Danckaert in de catalogus, met zijn visie op het fotowerk van de Europeanen enerzijds en de Cubanen anderzijds: ‘Often it has been these extreme visions that have allowed us, Cubans, the opportunity to see ourselves from the outside. To see how our lights and shadows are perceived by ‘the others’.’
Dat licht en die schaduw maken de Cubanen dus zelf, zoals hun hele sociale, politieke en culturele leven dat evoceert. En dat maakt deze sterke tentoonstelling ongemeen duidelijk.