“Heel gelukkig,” antwoordt Jef Verheyen op de vraag hoe hij zich voelt nu “de heer Fontana” een van zijn monochrome schilderijen gaat perforeren. Het interview, vermoedelijk gefilmd in Verheyens Antwerpse atelier, toont drie stijve mannen in pak, met uitgestreken gezichten, mannen die geenszins ooit zullen lachen of elkaar zelfs maar zullen tutoyeren. Lucio Fontana trekt conform de afspraak een dolk en slaat zo’n achttien gaten in het doek. “Een zeer succesvolle samenwerking,” vat Fontana de daad samen. “Fantastisch,” reageert zijn collega-kunstenaar Verheyen desgevraagd, nog altijd onbewogen. “U kwam speciaal uit Milaan om het doek te perforeren?” vraagt de interviewer aan Fontana – blijkt te kloppen – en wat gaat hij nu dan doen? Terug naar Milaan. Het werk zit erop.
Dus hier heeft Monty Python zijn inspiratie vandaan gehaald, denk je als je deze film ziet. En toch is deze kunstfilm allesbehalve grappig bedoeld. Evenmin als andere films over Zero-kunstenaars, want dat waren Verheyen en Fontana, die nu te zien zijn in het Stedelijk Museum Amsterdam, waar ook het schilderij in kwestie hangt: monochroom goud, met een cirkel van gaten. Ze maken deel uit van het grote Zero-retrospectief ‘Let Us Explore the Stars’, een zeer goed gekozen titel die de ambities aanduidt van deze beweging die tien jaar duurde. Van de zon tot de aarde en via de sterren weer terug, zo ongeveer was de rol van kunst volgens de Zerokunstenaars – ook wel Nullisten genoemd, een spotnaam die vooral in negatieve recensies van die tijd voorkwam.
Dit artikel is digitaal nog niet volledig beschikbaar. We werken aan ons archief.