De beleving van beeldende kunst evolueert razendsnel. Vroeger, toen de dieren nog spraken, bezocht je een museum, een tentoonstelling, een galerie of zelfs een kunstenaarsatelier, je praatte met elkaar over de opgedane ervaringen, en dat was het. Vandaag, in de krampachtige eindfase van het ooit zo salonfähige neoliberalisme – en wat misschien nog zal uitmonden in ‘eigen kunsthandel eerst’ – is het duidelijk: enkel wie groot, groter, grootst kan brengen, doet het uitstekend.
Leve het glokale!
De beleving van beeldende kunst evolueert razendsnel. Vroeger, toen de dieren nog spraken, bezocht je een museum, een tentoonstelling, een galerie of zelfs een kunstenaarsatelier, je praatte met elkaar over de opgedane ervaringen, en dat was het. Vandaag, in de krampachtige eindfase van het ooit zo salonfähige neoliberalisme – en wat misschien nog zal uitmonden in ‘eigen kunsthandel eerst’ – is het duidelijk: enkel wie groot, groter, grootst kan brengen, doet het uitstekend. De grootste kunstbeurzen (Basel en co.), de grootste blockbusters (de Biënnale van Venetië en co.), de grootste veilinghuizen en worldwide galleries doen het goed, al wat daaronder komt heeft het almaar moeilijker.
Deze redelijk triviale beslommeringen doken bij me op tijdens mijn bezoek aan twee kunstmanifestaties aan de andere kant van de globalistische pool: ‘lokale’ evenementen als de Biënnale Kunstenfestival Aardenburg (NL) en Kunstenfestival Watou (B). Toevallig of niet: ze liggen elk een paar kilometer van de Belgische kust, het ene aan de Oostkant, het andere aan de Westkant.
‘Vrijheid Vandaag!’
Beide zijn heel persoonlijke projecten, getekend door de curator die er de dienst uitmaakt. Voor Aardenburg is dat de eigenzinnige figuur Hans Theys, voor Watou de meer bezadigde Jan Moeyaert.Laat ons eerst een kijkje nemen in Aardenburg. ‘Vrijheid Vandaag’ heet de tweede uitgave van de biënnale en ze is even chaotisch, spannend en recalcitrant als de persoon van de curator. Hans Theys is een niet onbesproken figuur. In de catalogus bij ‘Vrijheid Vandaag!’ stelt hij zichzelf voor als onder meer twintigste-eeuws filosoof, kunstcriticus en curator. Hij is ook een van de vaste HART-medewerkers. Nog de flaptekst: ‘Hij maakte een vijftigtal tentoonstellingen, schreef en ontwierp tientallen boeken over het werk van hedendaagse kunstenaars’, enzovoorts. Aan zijn laatste boek, ‘Knockando’, waarvoor hij tientallen kunstenaars interviewde, werkte hij overigens twaalf jaar lang – meer daarover in het septembernummer van HART.
Hans Theys werkt graag met kunstenaars waarmee hij enige emotionele en artistieke voeling heeft en komt daar ook voor uit: het gaat om ‘oudere’ kunstenaars als Ann Veronica Janssens, Bernd Lohaus, Guy Mees, Guy Rombouts, Henk Visch, Walter Swennen, Luc Deleu en anderen. Ze kregen allemaal een plek in een van de vele locaties in Aardenburg en Middelburg (het Belgische dorpje vlakbij, dus niet het stadje in Zeeland). Hoewel, allemaal: de bewindvoerders in Aardenburg liet enkele werken niet toe. Het schilderij ‘Pelure de Banane’ van Walter Swennen bijvoorbeeld mocht niet in de kerk opgehangen worden wegens te blasfemisch, en Deleu mocht geen ‘barricade’ opbouwen in een van de Aardenburgse straatjes, wegens al te ordeverstorend.
En zo resulteert ‘Vrijheid Vandaag!’ in een prettig gestoorde chaos: het bijbehorende krantje met wegbewijzering klopt maar voor de helft, en het ophangen van het evenement aan de figuur van Spinoza (virtuoos geschilderd door de piepjonge, neo-klassieker Jorik Dzobava op de kaft van de catalogus) is hilarisch. Dat werd het nog meer met een filmpje, te zien op Youtube (tik de trefwoorden ‘Spinoza’ en ‘Aardenburg’ in), waarin een Chinees camerateam op zoek gaat naar de sporen die de Nederlandse filosoof Spinoza achterliet in Aardenburg, meer bepaald in het huisje dat kunsthandelaars Ronny & Jessy Van de Velde er enkele jaren geleden kochten en dat de refuge van Spinoza zou zijn geweest, toen hij om zijn al te vooruitstrevende ideeën verdreven werd uit Amsterdam (1656). In werkelijkheid is dit filmpje het werk van Hans Theys, Ronny Van de Velde en AARS (Antwerp Artist Run School).
Dat alles – het hoge ons kent ons-gehalte is niet weg te cijferen – zorgt tegelijk ook voor een aanbod van interessante, jonge kunstenaars die Theys hier op de diverse locaties reveleert. Als daar zijn: Karl Philips met zijn ‘Hand Pump Car’, waarmee je via de vangrails op autostrades de hele wereld zou kunnen afreizen met een handbediende lorry. Of het ‘100 % klei’-kraam van Kasper De Vos, waarin allerhande soorten klei als fruit en groenten worden aangeboden. Of de bizarre, maar intrigerende, schildpadachtige sculptuur van Simon Masschelein. ‘Vrijheid Vandaag’ in Aardenburg is een ontdekkingstocht. Ook te vernoemen: de jonge Vincent Van Meenen, die in de catalogus voor een opvallend ‘literair valluik’ zorgt.‘Saudade’
Aan de andere kant van het Belgische kustgebied ligt dus Watou, dat al aan de 39ste editie van het gelijknamige Kunstenfestival toe is. Ooit werd het opgericht door Gwij Mandelinck, een zestal jaren terug nam Jan Moeyaert van vzw Kunst de fakkel over. Vroeger durfde ‘Watou’ wel eens stout te zijn, met werk van Panamarenko, Jan Fabre, Hugo Claus en anderen, en bouwde het een reputatie van enige baldadigheid én internationale renommé op, zeker toen Jan Hoet enkele keren als curator optrad.
Sinds Jan Moeyaert is het rustiger en eclectischer geworden, met grote en kleine kunst(enaars), met een onmiskenbare verbreding, een zekere gezapigheid ook. Moeyaert zoekt altijd een overkoepelend thema, en dit jaar is dat ‘Saudade’, het beroemde, onvertaalbare Portugese woord voor een zekere zielsgesteldheid, met dank aan Laura De Coninck: net zoals haar vader Herman, altijd vaste gast geweest op Watou, de saudade-sfeer in zijn gedichten kon oproepen, doet dochter Laura dit al tekenend en schilderend. Van haar zijn in het Klooster een vijftigtal broze tekeningen en schilderijen te zien, ze ontwierp ook de festivalaffiche.
Het Klooster is één van de twaalf locaties van het Kunstenfestival, alle op wandelafstand, met het Festivalhuis en de Douviehoeve als belangrijkste pleisterplekken. Want er is veel te zien en te lezen (de poëzie!) in Watou, met werk van een tachtigtal beeldende kunstenaars, en het dient gezegd: niet alles is even sterk. De schilderkunst houdt zich redelijk recht, met individuele werken van onder meer Johan Clarysse, Marc Kennes, Stefan Vermuyten, Vladimir Moszowski, Mieke Teirlinck en reeksen van Fik Van Gestel (rond de natuur), en Reniere & Depla (sterke ‘Bergbeelden’).
Ook enkele interessante sculpturen en installaties dienen zich aan: de ‘Orphans’ van Bram Ellens bijvoorbeeld, arte povera-achtige beelden opgebouwd met de achterkanten van… schilderdoeken en -lijsten. Of ‘Inner Land’, monolithische huizen in keramiek van Katrien Everaert.Of de ‘Bergzakken’ van Matthieu Lobelle, ‘A Cabin for Watou’ van Stief Desmet, enkele sculpturen van Tinka Pittoors,...
Elke Watou-uitgave heeft zijn blikvanger en dit keer is dat de installatie ‘Aan gene zijde van de muur, het landschap’ van de Nederlander Zeger Reyers: een hele schuur werd omgetoverd tot een gigantische champignonkwekerij, waarbij de paddestoelen groeien, rotten en weer ontkiemen, zoals elke levenscyclus. Enkele jaren terug maakte Reyers een gelijkaardige installatie in het Braempaviljoen van het Antwerpse Middelheimmuseum, wat toen deels mislukte, want er groeide weinig of niks. Dat is hier in Watou wel anders.
Maar er zijn dus ook minder fraaie dingen te zien, met de Kerk als dieptepunt. Joseph Klibansky bijvoorbeeld is een kunstenaar die met zijn werken graag opvalt, om de communicatie met het publiek te bevorderen. Hier toont hij ‘Leap of Faith’, het beeld van een astronaut met een groot blinkend kruis op de rug: een mislukte combinatie van Maurizio Cattelan- en Jan Fabre-ideeën. En zo zie je ook elders bizarre werken waarvan je denkt: kennen die kunstenaars dan het werk van Franz West, Jeff Koons of Hans Haacke niet (een kapotgeslagen vloer op een van de locaties!).
Maar dat euvel zie je ook in Aardenburg: veel jonge kunstenaars kennen hun kunstgeschiedenis niet (meer).