Op 1 april werd het voorlopige advies van de beoordelingscommissie voor de werkingssubsidies in de Vlaamse cultuursector bekendgemaakt. 293 kunstenorganisaties uit Vlaanderen en Brussel hebben een aanvraag ingediend voor structurele subsidies voor de periode 2023–27. Uit een analyse van Overleg Kunstorganisaties (oKo) blijkt dat een vierde daarvan hun subsidies dreigen te verliezen. Het gaat om organisaties die of een ‘negatief advies’, of een positief advies buiten budget kregen. De 29 organisaties die ondanks hun positief advies toch niet meer gesubsidieerd zouden worden, kunnen voor extra steun bij de Landschapscommissie terecht. Alleen beschikt de commissie slechts over een budget van 4,5 miljoen euro – minder dan een kwart van de aangevraagde middelen.
OKo vraagt daarom om een bijkomende investering van 38 miljoen van de Vlaamse Regering voor de hele cultuursector, ‘om de koopkracht van de sector te herstellen én om te investeren in de toekomst van de professionele kunsten.’ Het bedrag dat nu door minister van Cultuur Jan Jambon (N-VA) wordt voorgesteld, bedraagt slechts 0,28% van de totale Vlaamse uitgavenbegroting, of 175 miljoen euro.
Bij de preadviezen valt op dat er nog altijd een gebrek is aan een consequent uitstromingsbeleid, stelt oKo bovendien vast. Ze willen dat de Vlaamse overheid betere beleidsinstrumenten ontwikkelt om organisaties die hun subsidies kwijt zijn te begeleiden bij de overgang naar een niet-gesubsidieerde werking.
Het preadvies is niet definitief; organisaties die een negatief advies kregen of buiten budget werden beoordeeld kunnen de adviezen nog aanvechten. In juni zal de minister de definitieve beslissing van de beoordelingscommissie bekendmaken.