Het International Council of Museums (ICOM) heeft de definitie van wat een ‘museum’ is aangepast. Het voorstel voor de vernieuwde museumdefinitie werd op 24 augustus tijdens de 26e algemene vergadering van ICOM Internationaal in Praag ter stemming voorgelegd, na een participatief proces van twee jaar. 487 leden, ongeveer 92 procent van de aanwezigen, stemden in met de nieuwe definitie. 23 stemden tegen en 17 onthielden zich van stemming.
Noemenswaardig bij de nieuwe definitie is het opnemen van concepten als ‘inclusiviteit’, ‘toegankelijkheid’, ‘duurzaamheid’ en ‘ethiek’.
De nieuwe museumdefinitie luidt:
A museum is a not-for-profit, permanent institution in the service of society that researches, collects, conserves, interprets and exhibits tangible and intangible heritage. Open to the public, accessible and inclusive, museums foster diversity and sustainability. They operate and communicate ethically, professionally and with the participation of communities, offering varied experiences for education, enjoyment, reflection and knowledge sharing.
Het is de eerste keer sinds 2007 dat er een wijziging van de oorspronkelijke definitie – die dateert uit de jaren 70 – wordt goedgekeurd. In 2019 was er al een poging om een nieuw voorstel in te dienen, maar dat werd door bepaalde leden verworpen vanwege ‘ideologisch geladen’ taalgebruik.
De nieuwe definitie zal belangrijke gevolgen hebben voor de erkenningsprocedures die UNESCO hanteert om te bepalen wie zich een museum mag noemen. In veel landen speelt de definitie ook een rol in subsidieregelingen en overheidsfinanciering. In Nederland is het de basis voor het museumregister, een kwaliteitskeurmerk voor musea.
Voor sommigen is de nieuwe definitie echter niet progressief genoeg: hete hangijzers als dekolonisatie, repatriëring en restitutie, die al lang voor veel musea in ontwikkelingslanden centrale thema’s zijn, worden niet vermeld.
De aankondiging van ICOM over de nieuwe museumdefinitie vind je hier: