Volgende lente arriveert de Tintoretto uit de voormalige collectie David Bowie, maar intussen heeft het Rubenshuis een schenking én zeven bruiklenen gekregen, waaronder uitstekend werk van Rubens, Van Dyck en Jan Brueghel.
Ben van Beneden, directeur van het Antwerpse museum, slaagt er al langer in om privé-collectioneurs te overtuigen kunstwerken in langdurige bruikleen af te staan aan het Rubenshuis. Dat is een werk van lange adem, want er moet een vertrouwensrelatie zijn. Tegelijk levert het de spreekwoordelijke winwin-situatie op: het museum krijgt een werk dat een lacune opvult (en dat het nooit zelf zou kunnen kopen op de veel te dure veilingmarkt) en de collectioneur krijgt er expertise en exposure voor in de plaats.
Deze keer zit er ook een langdurige bruikleen bij van een museum: het Amsterdamse Rijksmuseum staat het mooie portret van Helena Fourment voor langere tijd af. Het is een gedeeltelijke kopie naar het statige portret dat in de Alte Pinakothek in München hangt, en is van de hand van Rubens en zijn atelier. Helena hangt vanaf nu tegenover het zelfportret van haar echtgenoot - in de eetkamer van het Rubenshuis.
De Phoebus Foundation geeft een portret van Henricus Liberti door Antoon van Dyck in langdurige bruikleen. Liberti werd na een carrière als zanger van het Antwerps kathedraalkoor in 1628 benoemd tot organist van de kathedraal. Hij componeerde eveneens verschillende muziekstukken, waarvan er slechts enkele bewaard bleven. Dit portret maakte in 1639 deel uit van de kunstverzameling van de Engelse koning Karel I.
Blikvangers zijn voorts twee uitzonderlijke, minutieus geschilderde miniatuurtjes van Jan Brueghel, die de Allegorie van Aarde en Vuur voorstellen. Ook een eerste Italiaans werk doet zijn intrede in het Rubenshuis: een kruisdraging van Christus in een warm coloriet van de minder bekende Venetiaanse schilder Giovanni Cariani. Die werkte het grootste deel van zijn carrière in de schaduw van Titiaan in Venetië, een van Rubens’ grote inspiratiebronnen en voorbeelden.
En er is een schenking. Een Franse collectioneur die in Engeland woont, heeft een portretje door de Antwerpse meester Jan Cossiers geschonken. Het is een mooi, informeel geschilderd werkje, misschien een vroeg zelfportret van Cossiers, die Rubens assisteerde bij enkele grote projecten, zoals de Torre de la Parada voor Filips IV in de buurt van Madrid.
Daarnaast blijven een vroeg en een laat zelfportret van Van Dyck, en de inmiddels door de BBC Antiques Roadshow befaamde studiekop (eveneens van Van Dyck), in het grote atelier hangen.
(ER)